vrijdag 12 maart 2010

Hulp

Tegen de meeste mensen in zijn periferie heeft Harrie het al verteld en ook de goede lezer van dit weblog heeft het al gezien: Harrie praat sinds december wekelijks met een psycholoog. Niet om de psycholoog (die overigens Henk heet) een plezier te doen trouwens, maar om er zelf achter te komen waarom hij niet van bepaalde gedachten en eigenaardigheden afkomt.

Harrie heeft in het verleden wel vaker psychologen bezocht, maar veel wijzer is hij van geen van hen ooit geworden. Op het moment zelf was hij teveel in de war om de oorzaak daarvan te kunnen benoemen, maar terugkijkend kan-ie dat heel goed: geen van zijn behandelaars deed ooit een poging om iets van een vertrouwensband op te bouwen.

Dieptepunt was een mevrouw bij de RIAGG in Utrecht die Harrie consequent met 'u' bleef aanspreken. Toen Harrie op een bepaald moment zijn allerellendigste gedachten met haar had gedeeld en de vrouw in kwestie opnieuw begon te u-en, vroeg Harrie of ze hem niet alsjeblieft gewoon wilde tutoyeren. Dat wilde de mevrouw niet. "Het is in ons beroep niet gebruikelijk om dat te doen," antwoordde ze, "omdat we de afstand tussen cliënt en hulpverlener duidelijk willen houden." Harrie heeft daarop gedaan wat zijns inziens nodig was om de afstand tussen hem en de hulpverlening zo groot mogelijk te krijgen en is vertrokken.

Die oude ervaringen hebben Harrie er lang van weerhouden om toch weer iemand te gaan zoeken om mee te gaan praten. Maar bepaalde gedachten en handelingen dingen bleven in Harries leven terugkeren en ze zorgden er steeds weer voor dat Harrie met de handrem aangetrokken leefde vanwege onhandige hersenkronkels. Uiteindelijk heeft hij daarom eind 2009 toch besloten om een nieuwe poging te doen om een goede gesprekspartner te vinden. En hij kan niet anders zeggen: met Henk heeft hij het buitengewoon getroffen.

Henk is een paar jaar ouder dan Harrie, maar ziet er jonger uit. Zijn manier van werken is nogal anders dan die van Harries eerdere gesprekspartners. Henk gaat regelmatig gewoon even op de grond zitten, omdat hij rugproblemen heeft. Verder staat hij om de haverklap op en loopt dan langzaam door zijn spreekkamer, omdat hij zich dan beter kan concentreren. Aantekeningen maakt-ie nauwelijks in aanwezigheid van zijn cliënten, omdat-ie vindt dat ze zijn aandacht nodig hebben. Al die dingen bij elkaar zorgen voor een losse  sfeer, waarin het makkelijk is om van alles te bespreken. En omdat Henk dan ook nog eens zeer analytisch is ingesteld, had hij al in het eerste gesprek door wat Harries kernprobleem was, iets wat Harrie zelf in 49 jaar niet heeft kunnen vaststellen.

In één gesprek ging het over Harries ouders. Harrie vertelde wat dingen over ze en  Henk trok binnen een half uur de conclusie dat Harrie eigenlijk nogal veel op zijn vader lijkt, maar dat hij dat van zijn moeder eigenlijk niet mocht. Dat zorgt volgens Henk voor de strijd die Harries gedrag en zijn gevoel bijna dagelijks met elkaar voeren. En als klap op de vuurpijl merkte Henk nog op dat die strijd er waarschijnlijk ook de oorzaak van is dat Harrie een beetje een haat-liefde verhouding heeft met vrouwen. Daar moet Harrie nog eens goed over nadenken.

Geen opmerkingen: