dinsdag 13 maart 2012

Kadavers


Het leuke van Harries werk is dat hij werkelijk álles mag zien van de bedrijven die hij moet bezoeken. Hij moet immers precies weten wat het milieueffect van die bedrijven is en daarvoor is een grondige analyse noodzakelijk.

Een echte favoriete bedrijfstak heeft Harrie niet. Daarentegen is er wel één waar hij juist liever níet komt en dat zijn slachterijen.

Vandaag kreeg Harrie een excursie in een soort slachterij, te weten een bedrijf dat producten maakt van de restanten van dode dieren. Het voordeel van dit bedrijf was dat Harrie niet bang hoefde te zijn dat hij een hoek van het terrein om zou gaan en in de ogen zou kijken van een koe die op de nominatie stond om een pin in haar hoofd gejaagd te krijgen. Nadeel daarentegen was de geur. In een slachterij ruikt het niet fris, maar de dode dieren die er vertoeven zijn nooit lang dood.

In dit bedrijf was dat helaas heel anders. Hier zijn de dieren minstens één dag dood en sommige ruikbaar langer. Bovendien kan het rottingsproces van een dood varken met een factor 50 versnellen als nog levende soortgenoten besluiten van hun dode kompaan te gaan eten. Dat zei de directeur van het bedrijf althans. Volgens Harries neus waren er vandaag veel aangevreten varkens aanwezig.

Nu is Harrie weer thuis. De lijkenlucht zit nog in zijn neus en daarom heeft-ie sterkgeurende wierook aangestoken. Nu nog hopen dat de buurvrouw dat ene gerecht met veel knoflook gaat maken waardoor zijn huis naar een topklasse-restaurant gaat ruiken en het komt wel weer goed met Harries neus.

Geen opmerkingen: