zaterdag 8 november 2008

Waarin Harrie weer eens negatief is


1.
Harrie kan slecht tegen onrecht. Héél slecht. Daarom heeft hij wat tegen de vele regels in Nederland. Die regels zijn er om ongewenste dingen te voorkomen. Maar in de praktijk gaan degenen die willen rotzooien tóch gewoon door. En de braverikken worden dan met de regels aangepakt.

Ook op Harrie's werk zijn er veel regels en die zijn er vooral om mee te sjoemelen. Harrie heeft in de afgelopen weken drie treurige gevallen van nabij meegemaakt, waarbij een interne sollicitatieprocedure werd gevolgd, maar waar vantevoren al duidelijk was wie zou worden gekozen.

Gisteren had Harrie een cursus via zijn werk, in een oud klooster in Vught. Het ging over solliciteren en over sollicitatieprocedures. Harrie vertelde over zijn ervaringen en toen zei de cursusleider dat Harrie het zichzelf met zo'n negatieve houding moeilijk maakte om iets anders te vinden. Harrie kreeg niet uitgelegd dat dit volgens hem niks met een negatieve houding van hém te maken had, maar alles met bedrog van anderen.

Aan het eind van de dag kwam de cursusleider met een oefening van een Amerikaanse personeelsgoeroe. "Deze heb ik eigenlijk speciaal voor jou uitgezocht", zei de cursusleider tegen Harrie. Doel van de oefening was om je gedachten in situaties te veranderen. Zo kon Harrie leren zijn boosheid over corrupte procedures om te zetten in vergeving voor degenen die corrupt waren geweest. "Heb je er wat aan?", vroeg de leider ook nog aan het eind. Harrie heeft de man maar een hand gegeven en hem voor zijn diensten bedankt.

2.
Het was al half zes geweest en donker, toen Harrie na de cursus bij zijn auto kwam. Die auto had hij aan het begin van een parkeerlaantje gezet, met de voorkant naar het pad toe. Tijdens de pauze had hij gezien dat iemand een wit Volkswagenbusje (kenteken 76-VS-HG) nog vóór zijn auto had willen zetten. Maar daar was helemaal geen plaats meer voor, zodat het busje half op het pad en half voor/half naast Harrie's auto terecht was gekomen. Tussen het busje en Harrie's voorbumper zat maar een paar centimeter ruimte. Omdat áchter het busje allemaal bomen stonden, vreesde Harrie voor de lak op zijn nieuwe bumper, die er net 4 weken geleden op was gezet.

Toen Harrie bij zijn auto kwam, zag ie meteen dat de bus zijn bumper inderdaad had geraakt. Een flinke kras en wat vegen witte verf waren het resultaat. Gelukkig had Harrie het kenteken genoteerd en hij belde de politie maar even. Die adviseerden Harrie om maar gewoon naar huis te gaan en aangifte te gaan doen bij een politiebureau in de buurt.

Toen Harrie thuis kwam, belde hij daarom nogmaals voor een aangifte. Dat moest op afspraak. Hij kon vandaag om 13.00 uur terecht.

3.
Willie verveelde zich een beetje en ging met Harrie mee naar het politiebureau. Ze werden geholpen door een vrouw die Harrie herkende. Terwijl zij naar de schade aan de auto keek, schoot het Harrie te binnen: bij haar had ie vorig jaar aangifte gedaan, toen hij via Marktplaats aangifte van oplichting had gedaan. Hij had 150 euro voor een iPod overgemaakt aan iemand van wie Harrie naam, adres, woonplaats, telefoon en bankrekeningnummer kon geven. De mevrouw had toen gezegd dat ze de aangifte wel op wilde nemen, maar niks voor Harrie zou doen. Hij had zelf maar beter op moeten letten.

Harrie had de oplichting destijds op een forum voor opgelichten gemeld. Hij bleek één van de velen te zijn die door deze figuur waren belazerd. Een paar weken geleden las Harrie op internet dat de jongen inmiddels was opgepakt en berecht. Iedereen die aangifte had gedaan, had via de politie benaderd moeten worden. Harrie had helaas niet van het wakkere dienderskorps in zijn buurt mogen vernemen en was nu te laat voor een vergoeding.

De agente had de schade inmiddels bekeken en zei dat ze niks voor Harrie kon doen. Die keek haar verbaasd aan. "U had de auto moeten laten staan en de politie uit Vught moeten laten komen", zei de vrouw. Harrie vertelde dat keurig het politienummer had gebeld waarvan de politie vindt dat je het moet bellen als er iets is en dat de mevrouw die hij sprak had gezegd dat ie maar in de buurt aangifte moest doen. "Ja, die mensen aan de telefoon snappen dat ook allemaal niet", zei de agente.

Harrie voelde een lichte geïrriteerdheid opkomen, maar met Willie erbij wilde hij zijn fatsoen bewaren. Hij vroeg daarom zo vriendelijk mogelijk hoe een burger dan in Gods naam te weten moet komen wat hij moet doen als de politie zélf hem verkeerd voorlicht. Nu werd de mevrouw óók geïriteerd en ze begon over juridisch bewijs dat er niet was, omdat Harrie er niet bij was geweest toen de bus tegen zijn auto reed. Harrie vertelde nog een keer dat ie écht niet de illusie had dat ie ooit iets van een vergoeding zou krijgen, maar dat ie wél had gehoopt dat de politie een telefoontje met de eigenaar van het busje zou plegen.

Daar kon de mevrouw niet aan beginnen, zei ze. En toen werd Harrie écht boos. En toen bleef ie tóch netjes, vanwege Willie. Hij vertelde de mevrouw het verhaal van de iPod, dat zij toen óók al niks voor hem had gedaan. Dat kon ze zich niet meer herinneren. "En nu doen jullie dus wéér niks", zei Harrie. "Ik kan er echt niks aan doen meneer," zei de mevrouw, "wij hebben onze speerpunten en die liggen niet bij dit soort dingen". "Maar blijkbaar wél bij het bekeuren van eigenaren die hun hondjes om 8 uur 's ochtends in het bos niet aan de lijn hebben", kon Harrie niet nalaten te zeggen.

De mevrouw vroeg 'of we nu zo gingen beginnen' en zei dat ze een heleboel klanten had die wél tevreden waren. Harrie stond op en zei dat híj in elk geval voorlopig definitief alle vertrouwen in de politie kwijt was. Hij gaf de mevrouw nog een hand en zei 'tot ziens', maar kreeg geen antwoord meer.

Toen Harrie en Willie weer in de auto zaten was het zeker twee minuten stil. Toen vroeg Harrie aan Willie of die vond dat Harrie bot was geweest.
"Nee," zei Willie, "ik vond het goed wat je zei van die honden. Als ze dat belangrijker vinden dan dat iemand je auto kapot maakt, dan heb je helemaal niks aan politie." Die woorden van een kind waren voor Harrie meer waard dan welke vergoeding van wie dan ook.

4.
De moraal. We sterven van de regels. Harrie vindt dat prima, mits er ook iets mee wordt gedaan. Regels worden vaak bedacht door juristen. Hoe meer juristen, hoe meer regels dus. Maar hoe meer regels, hoe meer juristen er weer komen om mensen te helpen de regels te omzeilen.

Als je daar dan iets over zegt (of dat nou op het politiebureau, op je werk of tijdens een cursus is), dan krijg je ook nog eens het verwijt dat je negatief bent. En moet je oefeningen gaan doen om de bedriegers te vergeven. Dat zijn de momenten waarop Harrie zowat ontploft en zou willen dat ie in de rimboe leefde.

Geen opmerkingen: