zondag 14 oktober 2007
Brand
Harrie mag graag een vuurtje stoken. Maar in zijn ouderlijk huis mocht ie niet stoken, omdat ie te klein was.
Pas toen Harrie 25 was, kreeg hij weer stookkansen, toen Mientje Ochtendgloren z'n vriendinnetje werd. Van Mientje's moeder (Dorothea) mocht Harrie altijd de haard aanmaken. Maar na een tijdje vond Mientje iemand die blijkbaar nog leuker was dan Harrie en toen was het (ook) over met het stoken.
Pas in Harrie's tweede eigen huis kon ie weer stoken. In de tuin van dat huis was daar alle gelegenheid toe. Harrie had er een rond gat van een meter diep in het gazon gegraven. Aan de rand van dat gat had ie bakstenen op elkaar gemetseld. De bovenste laag bakstenen stak ongeveer een meter boven maaiveld uit. Kinderen zagen in Harrie's metselwerk een waterput en dat was ook precies de vorm die Harrie bij het metselen voor ogen had.
Maar als gebruiksdoel had Harrie iets heel anders in gedachten. Gestookt moest er worden in die put! In gedachten zag Harrie al grote stukken everzwijn goudbruin roosteren boven het vuur in de put. Het rooster waar het vlees op zou liggen zou moeten rusten op grote ijzeren pinnen, die Harrie loodrecht op de bakstenen in het cement had geplaatst.
In de praktijk is niet één everzwijn in de put geroosterd. Sterker nog, er is niet eens een kipspies gegaard en wel uit de put gekomen. Daar was wel een reden voor natuurlijk. Bij de eerste de beste fik die Harrie in de put maakte, smolten de ijzeren steunen voor de put namelijk. Bij de tweede fik liet alle cement los en werd de put onbruikbaar. Toch zal Harrie de vlammen die metershoog uit de put sloegen niet gauw vergeten.
In Harrie's huidige huis sloegen de vlammen óók al eens hoger uit dan was gepland. Maar dit keer kon zelfs Harrie niet om de geslaagde fik lachen. Hij had gewoon een vuurtje gestookt in de net nieuwe houtkachel. Maar Harrie pookte het vuur te hoog op, waardoor de zwarte afvoerpijp veranderde in een oranje-rood, bloedheet en stinkend gevaarte. De vlammen maakten een geluid dat deed denken aan een op hol geslagen kudde koeien.
Juist op het moment dat Harrie dacht dat de afvoerpijp door de hitte zou scheuren, hield het razende geluid op. Harrie liep naar buiten en zag een prachtige fontein van roodgloeiende deeltjes uit de schoorsteen ontsnappen. Een schoorsteenbrand noemden de omwonenden het, toen de vonkenregen ophield.
Harrie was in eerste instantie best blij met de hele voorstelling: indrukwekkende gedaantewisseling gezien van een afvoerpijp, prachtige vuurdeeltjes aan het zwerk en -last but not least- de schoorsteen in één klap volledig schoon, een groot voordeel van schoorsteenbrand. Pas later bleek de schoorsteen door de grote hitte van binnen te zijn gescheurd, zodat de Van Geffen's de poeplap flink moesten trekken om er een nieuwe stalen buis in te laten aanbrengen.
Vandaag ging het wéér een klein beetje mis. Harrie had een oude houten broodtrommel in de kachel gezet, bij wijze van aanmaakhout. Achteraf gezien had ie die broodtrommel beter in stukken kunnen slaan alvorens er de brand in te jagen. Nu wilde de broodtrommel in eerste instantie geen vlam vatten, maar plotsklaps vatte ie héél erg vlam.
De geur en het geloei in de pijp kwamen Harrie al snel bekend voor. De zwarte pijp bleef echter gewoon zwart, zoat Harrie dacht dat het wel meeviel. Voor de zekerheid ging ie toch even buiten kijken en hij zag een dikke witte rookpluim uit de schoorsteen komen. Wat erger was, was dat van onder de dakpannen óók rook kwam. Harrie is snel naar boven gelopen, maar er stond zo te zien niets in brand. En nu, twee uur later, staat het huis er nog steeds. Het valt achteraf dus allemaal wel weer mee. En de schoorsteen is ook weer lekker schoon!