donderdag 16 april 2009

Moeilijk


Harrie schreef de vorige keer dat hij zomaar ineens merkte wat zijn ding was. Twee dagen na publicatie kwam Harries collega Glasman naar hem toe. Hij had het stuk gelezen en zei doodleuk tegen Harrie dat ie nou nóg niet wist wat Harries ding was.

Laat Harrie duidelijk zijn: Glasman is niet dom. Harrie heeft bijna geen domme collega's. Hij heeft wel collega's die dom dóen, maar dat is een ander verhaal. Van alle collega's die Harrie heeft is Glasman misschien zelfs wel een van de slimste. En tóch snapte hij Harries boodschap niet.

Harrie nam het in eerste instantie min of meer voor kennisgeving aan. Maar toen ie vanmorgen Elvis uitliet, schoot hem ineens te binnen dat Glasman een eerder stuk van Harrie over draaitafels óók al niet begreep. Bij herlezing blijkt dat stuk nota bene vrijwel naadloos aan te sluiten bij Harries ding.

Harrie maakt zich nu alsnog zorgen. Glasman is maar net iets ouder dan Harrie en groeide ook op met draaitafels en vinyl. Hij weet dus in elk geval over welke materie Harrie het heeft. Het heeft er dus alle schijn van dat Glasman zich gewoon niet kan voorstellen dat iemand in zijn hart droomt van een leven achter de draaitafel of temidden van zwart goud.

Harrie vraagt zich nu af of Glasman zich dat van niemand kan voorstellen, of alleen van Harrie niet. Daar moet ie nog eens achteraan.

Geen opmerkingen: