Tot de mooiste dingen in het leven rekent Harrie de bezoeken
aan Joop, zijn huisarts. Joop en Harrie begrijpen elkaar. Daardoor wijken hun
gesprekken waarschijnlijk meestal af van de standaard dokter-patiënt-gesprekken.
Dat gold zéker voor het gesprek dat Harrie vanmorgen met Joop
had. Iemand had Harrie bang gemaakt over een paar moedervlekken die hij bezit
en Harrie had afgesproken dat Joop er vandaag om half negen naar zou kijken. De
eerste klant van de dag.
Toen Joop Harrie uit de wachtkamer kwam halen vroeg hij
Harrie alvast in zijn spreekkamer te gaan zitten, omdat hij nog even iets tegen
zijn stagiaire moest zeggen. Harrie voldeed aan Joops verzoek en wachtte. Hij
keek tegen de achterwand van Joops beeldscherm aan en bedacht zich dat mensen
in films in deze situatie stiekem bezit zouden nemen van de computer en
allerlei wetenswaardigheden over bepaalde figuren zouden gaan opsnorren.
Terwijl Harrie overwoog om die filmster-gewoontes na te gaan
doen hoorde hij een telefoon overgaan die heel anders klonk dan de telefoon die
hij wel vaker bij Joop hoorde. Omdat de deuren van de spreekkamer nog open
waren kon Harrie exact horen wat Joops assistente zei toen ze de telefoon
opnam. Zodoende werd hem al snel duidelijk dat de telefoon die hij had horen
overgaan was bedoeld voor spoedgevallen.
Maar het werd Harrie óók snel duidelijk dat degene die de
spoedlijn had gebeld iemand was die de spoedlijn nogal eens misbruikte voor
niet-spoedeisende zaken. De intonatie van de assistente liet daar geen
misverstand over bestaan. Een paar keer vroeg ze aan de belster of Joop
daadwerkelijk met spoed moest komen. Omdat ze blijkbaar geen bruikbaar antwoord
kreeg, maar wel van de belster af wilde, trommelde ze Joop zélf op. Voor ze de
telefoon aan hem overhandigde fluisterde ze nog dat de belster had gezegd dat
ze het hele gesprek opnam, om eventueel tegen Joop te kunnen gebruiken.
Joop deed de deuren van zijn spreekkamer dicht en ging
zitten. Harrie vroeg of hij moest opkrassen, maar Joop schudde van nee, terwijl
hij het telefoongesprek overnam. De belster praatte hard genoeg om Harrie te
laten vaststellen dat dit een kansloos gesprek werd voor Joop. Die probeerde af
en toe wel iets te zeggen, maar kreeg daar geen ruimte voor van de vrouw, wier
woordenwaterval even onstuitbaar leek als een hevige aanval van diarree.
Na enige tijd zette Joop de mevrouw even op de luidspreker.
Niet netjes misschien, maar Joop weet dat hij zoiets kan doen met Harrie aan
tafel. Joop en Harrie begrijpen elkaar. Het gaf Harrie de gelegenheid om vast
te stellen dat er geen touw vast was te knopen aan de woordenbrij van de
belster.
Nog iets later werd Joop uiteindelijk boos, wat niet bij hem
past. Joop is altijd de beminnelijkheid zelve, maar nu dus even niet. Lang
hoefde hij trouwens niet boos te zijn, want de belster verbrak het gesprek.
"Een fijne klant", zei Harrie.
- "Ze is gek", zei Joop.
"En nu?", vroeg Harrie. "Ga je nu naar haar
toe?"
- "Ik ga eerst naar je moedervlekken kijken en
afkoelen", was Joops antwoord.
Harrie mocht gaan liggen, Joop keek en stelde vast dat er
niks ergs was. Harrie stond daarna op en terwijl hij zijn kleren fatsoeneerde
pakte Joop zijn tas. Een echte mooie, ouderwetse dokterstas.
"Dus je gaat er tóch heen?", vroeg Harrie.
- "Ja," was Joops antwoord, "ook gekken kunnen dood gaan."
Harrie schoot in de lach, waarop Joop zei:
"Misschien kun je me helpen om die dood wat te
bespoedigen? Groene zeep op haar stoep smeren? Of misschien ken je wel een paar
Polen die de klus kunnen klaren?"
Stikkend van de lach liep Harrie de spreekkamer uit.
Hopelijk mankeert-ie snel weer iets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten