donderdag 28 juli 2011
Benjamin
Harrie blijkt de bovenverdieping te hebben gehuurd van een huis in het Midden van Duitsland. Op de begane grond woont de eigenaar. Hun zoon Benjamin woont op de eerste verdieping. En de Van Geffen's nu dus tijdelijk op de tweede.
Toen Harrie voor de eerste keer achter Benjamin twee trappen opliep naar zijn tijdelijke verblijfplaats had hij niet de indruk dat hij een geweldige keuze had gemaakt. De tweede verdieping van een huis klonk niet best. Bovendien blijkt Elvis bang te zijn voor de twee trappen. De marmeren trap van de begane grond naar de eerste gaat trouwens nog wel, maar de open houten trap van de eerste naar de tweede verdieping betreedt Elvis met geen poot, zodat Harrie meerdere keren per dag de trap op en af moet met een hond in zijn armen.
Maar de verdieping waar de Van Geffen's huizen blijkt verder perfect te zijn. Beter zelfs dan de lagere verdiepingen,omdat het uitzicht vanaf de tweede geweldig is. Vanaf het balkon aan de voorkant kun je de bergen inkijken en in de zon zitten als de middag vordert. Aan de achterkant is een nog groter balkon, waar de zon tot een uur of twee op schijnt. Vanaf dat balkon heb je ook een mooi uitzicht op bergen, maar vooral ook op het dal, waarin het dorpje ligt.
1200 mensen wonen er in dat dorp en het lijkt echt alsof de tijd er stil heeft gestaan. Er is een bakker, een slager en een kruidenier. En aan de gesprekken op straat te horen kent iedereen elkaar hier, zoals vroeger gebruikelijk was.
Harrie denkt wel vast te kunnen stellen dat de bewoners van dit dorp lijden aan dat typisch Duitse gebrek aan humor. Hij heeft hier nog niemand horen lachen, op Ricardo, Willie en hij zelf na dan. Daar moet Harrie trouwens wel bij zeggen dat ook Benjamin af en toe lacht, maar de Van Geffen's denken dat dat meer een lach uit onzekerheid is. Zij schatten Benjamin in als een wat wereldvreemde student zonder vrienden, die de hele vakantie met Vati en Mutti zit opgescheept en in zijn hart wel snapt dat dat niet echt past bij een viriele kerel van een jaar of twintig.
Misschien is het daarom dat hij elke keer opduikt als Harrie zich in het trapportaal begeeft? Harrie probeert steeds heel zachtjes te doen als hij van of naar zijn verdieping gaat, om Benjamin op zijn plek te houden. Maar met een tegenspartelende Elvis in je handen is het moeilijk om écht stil te zijn, zeker voor iemand die met zijn oor aan de deur geplakt lijkt te zijn, gereed om de deur te openen bij het minste geluid.
Dát Benjamin steeds opduikt is nog tot daar aan toe, maar hij begint ook steeds een praatje. Op zich ook nog niet zo'n probleem, als je niet met een volwassen herdershond in je armen staat en je kunt verstaan wat hij zegt. Maar Harries begrip van de Duitse taal is niet meer zoals betaamt, zodat zijn deel van de conversatie met Benjamin voornamelijk bestaat uit hummen en 'ach so!' zeggen.
Maar af en toe lacht Benjamin dus een voorzichtige, wat onzekere lach. Op die momenten lacht Harrie gewoon met Benjamin mee. Harrie is echt de beroerdste niet als hij iemand met eenvoudige middelen het gevoel kan geven dat hij erbij hoort, zéker niet als het een Duitser is.
maandag 25 juli 2011
Drosophila melanogaster
Willie en Ricardo wilden toch eigenlijk wel ergens naartoe in de vakantie. Daarom zit Harrie nu samen met hen (en Elvis natuurlijk) in een huisje in Duitsland. Harrie zit trouwens in zijn onderbroek, want het is hier ontzettend warm. Dat schijnt bijzonder te zijn, want Harrie las net in de weersvoorspellingen dat het in een straal van 600 kilometer rond Nederland baggerweer is. En hij heeft gisteren toch maar 350 kilometer gereden.
Het is wel een beetje vreemd deze vakantie. Het is de eerste sinds 1994 zonder Dinie. Daardoor is het inpakken niet helemaal vlekkeloos verlopen. Zo is Harrie in elk geval zijn scheermes vergeten. Verder is hij vergeten om vlak voor vertrek nog een rondgang te maken door de koelkast en de bederfelijke dingen mee te nemen of weg te gooien.
Maar het allerergste is dat hij zich net bedenkt dat hij waarschijnlijk is vergeten om de vuilniszak uit de bak in de keuken naar de container buiten te verplaatsen. Die zak stonk de dag voor vertrek al, maar Harrie vond dat-ie het nog maar een dagje vol moest houden. In die dag heeft de familie Van Geffen nogal wat watermeloen gegeten en de schillen daarvan in de genoemde vuilniszak gedaan. Harrie maakte zich niet veel zorgen om de paar fruitvliegjes die al rond de zak cirkelden, omdat hij die de volgende dag tóch weg zou gooien.
Maar als Harrie probeert te reconstrueren wat hij voor het laatst in de keuken heeft gedaan, dan maakt een lichte huivering zich van hem meester. In de film van zijn herinnering ziet hij zichzelf de deksel van de vuilnisbak verwijderen en die naast de bak leggen. Daarna pakt hij van het aanrecht de broodjes die hij heeft gesmeerd en die legt hij op de eetkamertafel bij de laatste dingen die moeten worden ingepakt. Vervolgens ziet hij zich een aantal keren heen en weer lopen tussen de eetkamertafel en de auto met die laatste spullen, tot de tafel leeg is.
Daarna hoort hij zichzelf aan de jongens vragen of ze klaar zijn voor vertrek. Hij vraagt nog of ze hun jas bij zich hebben en twijfelt aan de waarheid van Ricardo's antwoord als die zegt dat de zijne al in de auto ligt. Maar hij vindt dat die de gevolgen van zijn soms lakse gedrag dan eventueel maar eens aan den lijve moet ondervinden. Daarom loodst hij de kinderen en Elvis naar buiten, draait de voordeur op slot, stelt het navigatiesysteem in, vraagt of iedereen zit en vertrekt dan.
Na ongeveer één kilometer beseft Harrie dat hij zélf is vergeten een jas mee te nemen. Willie zegt dat ze dan maar even terug moeten rijden. Dat kan nog best; ze zijn immers nog in Nuenen? Maar daar heeft Harrie geen zin in. Hij heeft een vest meegenomen en dat moet de jas desnoods maar vervangen.
Als hij wél terug was gegaan, had hij misschien nog gezien dat de vuilniszak nu helemaal open in de keuken staat, met de deksel ernaast en meloenschillen bovenop. Fruitvliegjes hoeven zo in elk geval niet veel moeite te doen om de schillen te vinden. En Harrie hoeft over een week waarschijnlijk geen moeite te doen om fruitvliegjes te vinden. Hij vraagt zich alleen af of er niet zó veel fruitvliegjes in huis zullen dat hij de voordeur niet meer open zal krijgen.
dinsdag 19 juli 2011
Groeten
Hoe meer hulpmiddelen we hebben om te communiceren, hoe minder we met elkaar praten. Daar had Harrie het in zijn vorige stukje over. Harrie moest aan zijn eigen stukje denken toen hij zich weer eens dood ergerde aan een collega, tegen wie Harrie vriendelijk 'goedemorgen' zei toen deze bij Harrie in de lift stapte, maar die het niet de moeite waard vond hierop iets terug te zetten. Harrie kan zich de tijd nog heugen dat het gebruikelijk was een groet met een wedergroet te beantwoorden, maar die tijd is voorbij.
Begrijp Harrie goed: het is niet zijn bedoeling om deze onbeschoftheid (want dat is het in Harries ogen) toe te schrijven aan de mobiele telefoon. Ook in het tijdperk vóór de mobiele telefoon heeft hij het vaak genoeg meegemaakt dat collega's het verdomden om een hardop uitgesproken groet te beantwoorden. Waar het Harrie om gaat is dat hij niet begrijpt dat mensen niet het fatsoen op kunnen brengen om een groet te beantwoorden. Op grond van de fatsoensnormen die Harrie hanteert getuigt het namelijk van zéér weinig respect om een groet niet te beantwoorden.
In het normale leven maakt hij het óók volop mee dat mensen weigeren een groet te beantwoorden, maar daar heeft hij dan nog wel enige vrede mee. Niemand vraagt er immers om om ongevraagd een goede morgen toegewenst te krijgen door een vreemde. Misschien is het enkel accepteren van deze groet dan ook wel de norm? En van een norm kan naar boven en naar beneden worden afgeweken. Naar boven door de brenger van de ongevraagde groet terug te groeten, naar beneden door hem op zijn gezicht te slaan. Maar bij collega's ligt het voor Harrie toch anders. Van hen verwacht Harrie op zijn minst een teruggroet.
In schril contrast met deze mondelinge groeten staan echter de groeten die mensen elkaar tegenwoordig per geschreven tekst (brief of mail) doen. Vroeger werd een geschreven tekst afgesloten met een afstandelijke kreet als "Hoogachtend" of met het al wat amicaler overkomende "Met vriendelijke groet". Maar tegenwoordig gaan alle remmen los bij het afsluiten van geschreven woord. Zo ontvangt Harrie de afgelopen tijd met regelmaat de "Hartelijke groeten", wat eigenlijk ook ouderwets is, maar wat hij al een tijdje niet had gezien en wat dus blijkbaar aan een opmars bezig is.
Maar waar Harrie éigenlijk naartoe wil zijn de groeten die duidelijk van deze tijd zijn. Een veel voorkomend voorbeeld hiervan zijn de "Warme groeten" die Harrie steeds vaker krijgt. In eerste instantie klinkt dat eigenlijk wel goed. "Warme groeten". Harrie kreeg er de eerste keer ook wel een warm gevoel bij. Maar naarmate hij vaker "Warme groeten" krijgt, krijgt hij steeds meer visioenen van mensen die hem ter begroeting (of in dit geval: ter afscheid) zo'n nattige zweethand geven. Daarom krijgt hij nu nooit meer een warm gevoel bij "Warme groeten", maar eerder gevoelens van lichte onpasselijkheid.
Nog zo'n moderne afscheidsgroet, waar duidelijk over is nagedacht is "Intense groeten". U mag best weten dat Harrie daar even voor is gaan zitten toen hij die kreeg. "Hartelijke groeten": dat is duidelijk. "Vriendelijke groeten": die snapt Harrie ook. "Warme groeten": modern, misschien op den duur wat onsmakelijk overkomend, maar iets bij voor te stellen. Maar "Intense groeten"? Daar heeft Harrie nog steeds geen echt beeld bij.
Dat geldt dan weer wel voor het laatste voorbeeld dat Harrie met u wil delen. Deze week mocht Harrie de "Welgemeende groeten" in ontvangst nemen. Maar die brachten hem eerlijk gezegd serieus in de war, want blijkbaar zijn er dus ook "Nietgemeende groeten". Die heeft hij nog nooit gehad en hij hoopt ze eigenlijk ook nooit te krijgen. Dan maar liever geen groeten.
Met moderne groeten,
Harrie van Geffen
zondag 17 juli 2011
Communiceren
We leven in een práchtige tijd. De ene technologische vondst is nog knapper en onnavolgbaarder dan de andere. Ze volgen elkaar in zo'n enorm tempo op dat de kans niet denkbeeldig is dat je de opkomst en ondergang (en alles wat ertussen gebeurde) van zo'n vondst mist als je te lang op vakantie gaat.
Veel van de vondsten zijn erop gericht om het de mens makkelijker te maken om met een soortgenoot te communiceren. Men zou dus zomaar kunnen denken dat de communicatie tussen mensen enorm is verbeterd door al die nieuwigheden, maar niets is minder waar. Mensen blijken hun aandacht namelijk voornamelijk te richten op de mógelijkheden, niet op de inhoud. Een beetje zoals mensen eigenlijk altijd doen: bezig zijn met uiterlijk vertoon en niet met waar het om gaat.
Mobiele telefoons moeten natuurlijk met name worden genoemd. Ooit was een telefoon bedoeld om mee te bellen en als je dat deed, dan was dat om een ander iets te vertellen wat je op je lever had. Dat het bijzonder was dat degene die jij belde echt luisterde naar wat jij vertelde had je toen niet in de gaten. Zoiets dééd je gewoon. Sterker nog: zonder dat de ander erom vroeg zei je ook wat terug als dat te pas kwam. En zo kon een geanimeerd gesprek ontstaan.
Tegenwoordig is een telefoon vooral bedoeld om níet met iemand te hoeven praten. En dan bedoelt Harrie niet alleen dat je hem niet gebruikt om mee te telefoneren, maar ook dat je hem in gezelschap als excuus gebruikt om niet mee te hoeven doen aan gesprekken over dingen die ergens over gaan. Op het merendeel van de feestjes waar Harrie de laatste jaren verscheen werd geen normaal gesprek meer gevoerd. In plaats daarvan haalde het merendeel der aanwezigen direct nadat ze in een stoel waren geploft haar/zijn telefoon tevoorschijn en ging daarmee zitten spelen.
Meestal gingen de telefoonbezitters daarna bij elkaar zitten en elkaar laten zien welke leuke dingen hún telefoon allemaal kon, welke leuke ringtones ze hadden verzameld en hoe goed muziek op hun telefoon klonk. Harrie kan u vertellen dat het voor iemand die snel overprikkeld is een ramp is als 3 mensen tegelijkertijd gaan pronken met het schelle geluid van hun speeltje.
Maar het ergste wat Harrie heeft meegemaakt was dat mensen die tegenover elkaar in een woonkamer van hooguit 6 bij 6 zaten elkaar gingen bellen, omdat ze geen zin hadden om naar elkaar toe te lopen. Waar dat gesprek over ging weet Harrie trouwens niet, omdat hij toen is opgestaan om even te gaan braken.
donderdag 14 juli 2011
Rouwcurve
Na een verlies komt een mens in een rouwcurve terecht. En dan bedoelt Harrie niet het verlies van een potje biljarten of van de huissleutels, maar een verlies door een overlijden of een scheiding.
Harrie zit als vers gescheiden man dus ongetwijfeld óók in zo'n rouwcurve. Het is hem alleen niet helemaal duidelijk wáár in die curve hij momenteel zit en dus ook niet wanneer hij kan verwachten dat hij er weer uit komt. Áls hij er al uit komt natuurlijk.
De rouwcurve is bedacht door -hoe kan het anders- een vrouw, mevrouw Elisabeth Kübler-Ross. Dat wist Harrie trouwens niet uit zijn hoofd hoor! Hij heeft dat gewoon even opgezocht op internet, omdat hij toch eens wilde zien waar hij in de curve zit.
De curve onderscheidt 5 fasen, die je allemaal moet doorlopen (agogen zeggen trouwens liever doorléven). Ontkenning en boosheid zijn de eerste twee fasen, maar die heeft Harrie misschien 10 jaar geleden al doorleefd. Fase 3 is onderhandeling. Harrie weet niet eens wat daarmee wordt bedoeld. Dat je afspraken maakt over de spullen en de kinderen? Dan is die fase ook afgerond.
Harrie zit dus óf in fase 4 (depressie) óf in fase 5 (aanvaarding). Op dit punt wordt het lastiger. In een depressie zit-ie immers al 20 jaar. Maar zijn depressie vertoont wel wat gelijkenis met het waterpeil van de Rijn. Meestal kabbelt het water gewoon lekker door, maar soms zorgen onverwachte dingen, zoals een ontploffende vulkaan of smeltende poolkappen ineens voor hoogwater. Alleen kan dat hoogwater ook oorzaken hebben die wél worden verwacht, zoals plotselinge en hevige regenval. Analoog aan die verschijnselen is het voor Harrie vrijwel onmogelijk te zeggen of hij nu door de scheiding in een dip zit of gewoon door Het Leven als geheel.
Harries redenering is nu dat hij zich zal moeten concentreren op fase 5, waarin mensen volgens mevrouw Kübler-Ross "enige emotionele afstand en objectiviteit" tonen en "langzaam maar zeker weer perspectief gaan zien, hoop krijgen en actiever gaan investeren in hun nieuwe leven". Een gebeurtenis van de afgelopen week maakt dat Harrie vermoedt dat hij toch echt in deze fase is aangeland.
Het gebeurde tijdens de afscheidsavond op de school van Ricardo, Harries jongste zoon. Ricardo had een jaar lang in groep 8 gezeten en ging de basisschool verlaten. Het is dan gebruikelijk dat groep 8 een musical opvoert voor de ouders en een gelimiteerd aantal -door de ouders- genodigden.
In het programmaboekje, dat voorafgaand aan de musical was verspreid, had gestaan dat Ricardo al eerder zijn zang- en rapkwaliteiten had bewezen. Na afloop van de musical stond Harrie in een groepje waarvan ook Dinie (Harries ex), enkele van Dinies familieleden en Harries oudste zoon Willie deel uitmaakten. Iemand in het groepje merkte op dat er niet veel zang en rap was geweest. "En ook geen kwaliteit", voegde Willie er gevat aan toe.
Omdat Willies gevoel voor humor vrijwel exact gelijk is aan dat van Harrie schoot Harrie enorm in de lach. Vanuit zijn ooghoeken zag hij echter dat Dinie niet om de opmerking kon lachen. Harrie bedacht zich dat het weleens zo zou kunnen zijn dat ze zich realiseerde dat ze nu weliswaar van Harrie af was met zijn humor die haar in de loop der jaren steeds meer was gaan irriteren, maar dat ze via Willie eigenlijk nóóit van die humor af zou komen. Daardoor moest Harrie nóg harder lachen en ging Dinie nóg lelijker kijken. Harrie heeft eruit geconcludeerd dat hij waarschijnlijk het einde van de curve nadert.
Abonneren op:
Posts (Atom)