woensdag 24 februari 2010

Coach


Vroeg je een mens in Harries jeugd naar zijn beroep, dan waren de antwoorden van een rustgevende eenvormigheid. Mannen waren bijvoorbeeld bouwvakker, automonteur of winkelier. Vrouwen waren meestal huisvrouw, of soms lerares.

Maar het was ook in die fase van Harries leven dat het feminisme populair werd. Vrouwen vonden ineens dat ze gelijk waren aan mannen en ook dezelfde beroepen moesten mogen uitoefenen. Achteraf kunnen we vaststellen dat ze wel een beetje hebben gejokt toen ze dat zeiden. Wat ze éigenlijk wilden was hetzelfde salaris als mannen. Harrie heeft in elk geval maar zelden vrouwen aan het werk gezien in de bouw, in de autogarage of op andere plekken waar je handen vies worden van het werk.

Die wens van vrouwen om ook geld te gaan verdienen, gekoppeld aan hun afkeer van vieze handen, zou weleens de reden kunnen zijn van het feit dat hedentendage vooral beroepen bestaan die nutteloos of op zijn minst onduidelijk zijn. Vrouwen bleken uitermate geschikt om een rechtenstudie te volgen: dé studie voor mensen die niet per definitie buitengewoon intelligent zijn, maar die toch in weinig tijd een universitair diploma willen halen.

Toen ze de diploma's eenmaal hadden, waren ze wel zo slim (waarschijnlijk ook geworden door die studie) om allerlei nieuwe beroepen te gaan bedenken, waar je weinig voor hoefde te kunnen en waar je geen vieze handen van kreeg. Dat viel weer op bij de mannen, die hun geld óók liever op een simpele manier verdienden en massaal overstapten van de bouwplaats naar het kantoor. Na het optrekken van de rook kunnen we nu vaststellen dat er nauwelijks meer Nederlanders zijn die nuttig en begrijpelijk werk verichten en dat we nu zijn opgescheept met duizenden managers, visionairs, trendwatchers en andere mensen die hun geld verdienen met zinloos en meestal onbegrijpelijk werk.

Gisteravond keek Harrie naar de 10.000 meter schaatsen voor heren op de Olympische Spelen in Vancouver en zag-ie twee prachtige voorbeelden van mensen met zo'n nutteloze functie. De eerste was coach van Bob de Jong. Harrie heeft nooit begrepen wat een sporter met een coach moet. Schaatsen kan Bob de Jong zelf héél goed. Wat moet iemand die dat veel minder goed kan daar dan over vertellen?

In elk geval is een schaatscoach wel bruikbaar om bordjes omhoog te houden, waaruit de schaatser kan opmaken of-ie een beetje goed bezig is. Maar de coach van Bob de Jong stond die bordjes omhoog te houden op een plek waar Bob ze niet kon zien. Terwijl hij dus op volle snelheid lag, moest-ie zijn coach nog duidelijk gaan maken waar-ie moest gaan staan.

Maar vlak daarna werd het nog veel erger. Sven Kramer ging schaatsen. Omdat die al 20 jaar geen 10.000 meter-rit meer had verloren, nam iedereen aan dat hij eerste zou worden. Hij was bijna halverwege toen inderdaad duidelijk werd dat hij op weg was naar goud. In het Heineken Huis werd alvast een nieuw vat bier aangeslagen, de volgende 50 vaten werden in de koeling gelegd en zowel Erica Terpstra als Prins Pils gingen alvast op weg.

Maar ze hadden buiten de coach van Sven gerekend. Die stak een bord omhoog waarop Sven's voorsprong stond en begon vervolgens als een bezetene ergens naar te wijzen. Sven vatte dat -net als Harrie toen-ie de herhaling zag- op als een aanwijzing dat-ie de binnenbocht moest gaan nemen, terwijl hij volgens de regels juist de buitenbocht moest hebben. Sven volgde de aanwijzing op en was meteen gediskwalificeerd.

Daar heb je dan 4 jaar lang voor getraind. Feestjes afgezegd, hitsige vrouwen van je afgeslagen, want je wilt op 23 februari 2010 een gouden medaille halen op de Olympische Spelen. Maar dan blijk je dus een coach te hebben die dat allemaal even vergramt en die dan ook nog eens aanneemt dat Sven Kramer hem dat wel vergeeft. "Ik hoop dat de band zo sterk is,dat ik me daar geen zorgen over hoef te maken", zei hij althans.

Soms denkt Harrie dat het weleens goed zou zijn als heel Nederland werd platgegooid en mensen zich weer met écht werk bezig zouden moeten gaan houden.

Geen opmerkingen: