donderdag 10 februari 2011

Vakantie


Ooit vond Harrie het best leuk om naar het buitenland te gaan en daar een beetje de vlotte jongen uit te gaan hangen. Vooral aan Frankrijk heeft hij best goede herinneringen. Maar ergens in de tijd is hij de reislust verloren. Harrie vindt vakanties meestal teveel gedoe en het geld niet waard.

Dat begint al bij de voorbereiding; hoewel hij vakanties bij voorkeur zo min mogelijk voorbereidt, duurt die voorbereiding hem toch nog altijd te lang. Daarna komt de reis zelf. Dat vindt hij wel het ergste deel van vakantie, met name de terugreis.

Reizen duren altijd langer dan je hoopt. Elke keer weer probeerde Harrie vooraf een schatting te maken van de duur van de reis, waarbij hij elke keer weer een pessimistischer scenario koos dan de vorige keer. En toch bleek hij zich elke keer weer rijk te hebben gerekend, ook al nam hij alleen snelwegen en deed hij alsof snelheidslimieten in Frankrijk niet bestaan. Als Harrie zich hier weleens over beklaagde, stuitte hij met regelmaat op mensen die glashard beweerden dat voor hen de vakantie al begon als ze met de auto het tuinpad verlieten. Dit soort sujets dienen wat Harrie betreft met argwaan te worden behandeld.

De eigenlijke vakantie is meestal één lange poging om te doen alsof je geniet van de vooroorlogse toestanden waarin je verzeild bent geraakt en de luxe van thuis helemaal niet mist. Daarnaast is vakantie een tijd van alert zijn op anderstalige kooplieden, die jouw vermeende gebrek aan kennis van hun moedertaal steeds weer aangrijpen om je een financiële poot uit te draaien.

Misschien trekt Harrie de laatstgenoemde onhebbelijkheid der buitenlandse middenstand wel teveel door naar een gehele landspopulatie? Feit is in elk geval dat hij na een vakantie nooit de behoefte heeft om lyrisch te worden over de bijzondere mensen die hij heeft leren kennen. Waar anderen steeds weer thuis komen met enthousiaste verhalen over de boeiende mensen die ze hebben ontmoet, mensen die ondanks (of misschien juist dankzij) hun nauwelijks aanwezige financiële middelen toch dolgelukkig blijken te zijn en een hele typische maar wel zeer bruikbare kijk op de wereld blijken te hebben, is Harrie nooit veel verder gekomen dan gesprekken met kansarme lieden die hun lot draaglijk trachtten te maken door het innemen van grote hoeveelheden sterke drank.

Goed beschouwd zullen de mensen in Harries directe omgeving hem eerder aanzetten tot interessante verhalen dan de mensen die hij in den vreemde trof. Johnny en Anita van twee deuren verder bijvoorbeeld, die bij hun dagelijkse ruzies zó hard schreeuwen dat Harrie bijna letterlijk kan volgen wat ze tegen elkaar roepen. Of de familie Nervosi aan het einde van de straat, die juist wél dol zijn op vakanties en hun jaarlijkse tweeweekse trip dankzij vier weken voorbereiding en drie weken opruimen achteraf weten op te rekken tot een spektakelstuk dat zijn gelijke niet kent.

Van reizen leer je dat een paar van de merkwaardigste exemplaren van de mensheid bij je om de hoek wonen.

Geen opmerkingen: