woensdag 24 augustus 2011

Moderne kinderen


In zijn eerste voorjaar als vrij man wilde Harrie zijn voortuin naar eigen inzicht inrichten en dus strooide hij er wat zakjes zaad met het opschrift Wildbloemenmengsel in uit. Een paar weken lang bloeiden er best wat aardige dingen, maar na een maand of drie moest Harrie vooral vaststellen dat het geen succes was. De uitgebloeide wilde bloemen waren na een paar dagen harde wind met z'n allen plat gaan hangen over de vaste planten waar hij aan gehecht was. Alsof ze het hadden afgesproken.

Harrie besloot gisteren om korte metten te maken met alles wat aan het wildbloemenzaad was ontsproten en heeft in een uur alles wat hem niet aanstond uit de grond getrokken. En nu hij toch zo lekker bezig was besloot hij eindelijk de sterfhuisconstructie te gaan realiseren die hij al zo lang in gedachten had voor de laurusstruik die aan het begin van zijn voortuin staat. Hij had hem al een paar keer tot aan de grond afgeknipt, maar dat was voor de laurus geen reden om met groeien te stoppen. Daarom heeft Harrie deze keer de laurus niet alleen tot de grond afgeknipt, maar de vrijgekomen stobben met zoutzuur ingesmeerd.

Bij het toedienen van het zoutzuur vroeg Harrie zich af wanneer een mens dat eigenlijk ontwikkelt, het vermogen om eens met gezond verstand na te denken over niet-alledaagse dingen. Hij herinnerde zich dat hij in de beginjaren van zijn middelbare schooltijd al regelmatig experimenteerde met electrische apparatuur. Niet zelden kwam hij daarbij onder stroom te staan, sloegen er steekvlammen uit apparaten of gebeurden beide dingen tegelijk, maar hij probéérde in elk geval iets.

Die herinnering deed hem beseffen dat zijn oudste zoon Willie -ondanks een zéér groot aantal gelijkenissen met zijn vader- toch voor een deel uit héél ander hout is gesneden dan Harrie. Terwijl Harrie de uitgebloeide resten van de wilde bloemen uit de grond trok, kwam Willie namelijk naar buiten met kaas in zijn hand.
"Is dit jonge kaas?", vroeg Willie aan zijn vader.
- "Dat kan ik van hieraf natuurlijk niet zien", antwoordde Harrie. "Wat staat erop?"
"Belegen kaas", antwoordde Willie.

Harrie schoot eerst in de lach, maar verviel al snel in een vorm van treurigheid.
- "Als er belegen kaas op staat is het dus geen jonge kaas", zei hij tegen Willie.
"Wat is het verschil dan?", durfde Willie ook nog te vragen.
- "Nou, jonge kaas is jong en belegen kaas is wat ouder", antwoordde een licht geïrriteerde Harrie.

Of Willie na dit voorval het verschil tussen de verschillende soorten kaas kent weet Harrie niet. Dat moet hij hem maar eens vragen. Het lijkt Harrie in elk geval geen goed idee om daarbij te beginnen over zijn eigen jeugd en het voorbeeld van zijn experimenten met electrische apparaten te noemen. Willie zou eens op een idee komen.

dinsdag 23 augustus 2011

Faal


Waar Harrie zit weet hij niet precies. Maar wel dat hij hier al rennend over de Eindhovense buitenring is gekomen en dat hij zo dadelijk naar een tentoonstelling gaat. Samen met Dinie en Ricardo. Die zitten bij hem aan tafel. Waar Willie is vertelt het verhaal niet.

Er is geen enkele sprake van een ongemakkelijke sfeer aan de tafel. Dinie en Harrie praten met elkaar alsof ze nog steeds een gelukkig getrouwd stel zijn. Ricardo eet chips en drinkt Fanta.

Dan wordt omgeroepen dat de tentoonstelling over een kwartier gaat beginnen. Harrie staat direct op en zegt dat hij zich nog om moet kleden. Hij zet het weer op een rennen, maar ditmaal niet over de Eindhovense rondweg. Hij realiseert zich namelijk dat hij veel sneller in het hotel is als hij dwars door het station loopt.

Hij rent daarom het perron op en moet heel even inhouden, omdat er een korte stoptrein passeert. Als die voorbij is kijkt Harrie naar links en naar rechts en loopt dan loodrecht op de rails naar het volgende perron. Als hij ook de rails achter dat perron oversteekt is het nog maar een klein eindje naar het hotel.

Maar op de rails na dat tweede perron staat een intercity. Harrie besluit om aan deze kant van de intercity in te stappen en direct aan de andere kant er weer uit. Als hij dan weer goed links en rechts kijkt moet snel en levend op de plek kunnen komen waar hij wil zijn.

Maar het is druk in de intercity en het lukt Harrie niet om de deuren aan de andere kant van het treinbalkon te bereiken. Sterker nog, hij raakt er steeds verder van verwijderd, want bij elke stap die hij vooruit zet wordt hij drie stappen opzij geduwd. Nadat hij een keer of drie opzij is geduwd merkt hij bovendien dat de trein op volle snelheid ligt. Reed de trein dan al toen Harrie instapte? Of kan deze trein gewoon heel snel optrekken?

Harrie raakt in elk geval in hevige paniek, want uitstappen bij deze snelheid is levensgevaarlijk. Harrie probeert als een bezetene een oplossing te bedenken en die komt even snel als onverwacht als hij wakker wordt en hij alles blijkt te hebben gedroomd.